12-III-'90

Jenever voor de helden.

(een verhaal met een episch centrum)

In het Episch Centrum West (kortweg "Het Epicentrum" genoemd) waren de helden van weleer te vinden, Achilles, Cú Chulainn, Parcival, Athos (nog altijd even ongelukkig) en alle anderen waren daar verzameld, uitgerangeerde helden. De tijd dat zij de eer van jonkvrouwen verdedigden, en zowel schurken, als draken met een eender gemak in het stof deden bijten en even terloops van hun hoofd ontdeden, die tijd behoorde al lang tot het verleden. Zij zaten daar, terwijl hun strijdtoneel nog slechts de kaart- of biljarttafel was, waar er geen druppel bloed meer aan te pas kwam. Zij waren bezig af te stevenen op een einde dat helden onwaardig is, achteraf en vergeten sterven, dat heeft niets met heroïek van doen, maar zij konden er weinig aan doen, wie tegen de maalstroom van het leven in wil gaan zet zichzelf voor schut, maar dat is ook alles wat hij bereikt.

Toch gaven de helden zich niet over aan sombere mijmeringen, zij drukten zich niet uit in pompeuze beuzelzinnen zoals deze hier, zeker niet. Zij waren niet ongelukkig terwijl zij kaarten, of biljartten, of gewoon naar "Sitting in the dock of the bay" luisterden (waarbij er opgemerkt moet worden dat de muzikale voorkeur van de Griekse helden vreemd genoeg uitging naar Puccini). En als zij 's avonds naar de T.V. gekeken hadden en gezien hadden hoe de helden van vandaag zich uitsluitend in leven wisten te houden door de truc-van-het-grote-kaliber en de truc-van-de-onwaarschijnlijk-grote-mazzel, dan dronken zij hun glaasje jenever en wistten het, vroeger was het beter. En zo hoort het ook.


Terug naar de Jan v/d Broek-page