De koe

(komisch voorval)

Ik stond stil en keek over mijn rechterschouder. Zo keek ik een koe recht in de ogen, dat in hartje Amsterdam. Ik draaide mij om en liep naar de koe. De koe gaf geen krimp, zelfs niet toen ik haar bij de hoorns vatte. "Ga mee koe," zei ik. Dat deed ze. Wij liepen naar de Dam. Daar stond een agent, zijn handen op zijn rug en zijn buik vooruit. "Dag agent," zei ik:"Ik heb een koe gevonden, of zij mij." "Oh," zei hij. Het was een echte agent, geen man van het woord, maar van de daad. "Zou u er bezwaar tegen hebben wanneer ik haar aangaf als gevonden voorwerp, of zij mij?" Hij had er bezwaar tegen:"Dus u denkt dat ik bij de politie aangenomen ben om voor Paljas te spelen? U verwacht van mij dat ik zondermeer meedoe met uw idioteriën? Een koe gevonden, en dat moet ik zeker aannemelijk maken voor mijn collega's? Dat zullen ze slikken, een koe, ha! Mijnheer, nog één woord en ik pak u op, met koe en al." Dat liet ik mij geen twee keer zeggen, Ik stak mijn handen in de lucht en riep:"Gaat uw gang, arresteer me." De koe was solidair, zij stak haar staart recht omhoog. De agent was van het oude stempel; een man een man, een woord een woord, hij sloeg ons in de boeien.

Hij had zijn dag niet, de koe kreeg een hartaanval. Als verantwoordelijk ambtenaar in functie was hij verplicht om de koe naar het bureau te dragen. Daar aangekomen was hij zo moe dat hij mij in vrijheid stelde.

Maar hij was nog niet van mij af. Ik belde de pers op met de mededeling dat er een koe was neergeschoten om daarna door een agent ontvoerd te worden. Een koe in Amsterdam, dat begrepen de journalisten, dat was nieuws. Een gerechtelijk onderzoek vloeide eruit voort. De koe werd door een patholoog-anatoom opengesneden. In de lebmaag bevonden zich zes gezinspakken heroïne. Als hoofdverdachte kreeg de agent zes jaar gevangenisstraf, als hoofdgetuige kreeg ik twee kilo biefstuk van de bil.


Terug