13-17-'87

De slee

(in het kader van de jeugdherinnering)

Ik was vijf jaar en buiten was het winter. Vanwege de sneeuw had ik mijn slee meegenomen naar de kleuterschool. Ik was de enige die dat gedaan had, ik oogstte dus veel belangstelling bij de overige kleuters. Iedereen wilde op de slee zitten, iets wat niet mogelijk was. Ook al was de slee voor ons gevoel buitensporig groot, er was een grens aan het aantal te vervoeren kleuters. Nu was er voor aan de slee een touw bevestigd. De kleuters die niet meer op de slee pasten, maar er toch iets mee te maken wilden hebben, probeerden zich tenminste nog een plaats aan het touw te verschaffen. Midden in het gedrang stond ik. Voor mij was het vanzelfsprekend dat ik op de slee mocht zitten, hij was immers van mij. Dat mijn leeftijdgenoten er anders over dachten was iets waar ik niet op gerekend had. Ik stond bedremmeld naar de joelende massa te kijken; enerzijds was ik een te net kind om een plaats op de slee op te eisen, andersijds moest ik mijn eigendom in de gaten houden. Er zat weinig anders op dan om ook maar het touw beet te grijpen. Ik kwam achteraan in de groep slependen terecht. Bij elke pas die ik maakte boorde de voorkant van de slee zich in mijn kuiten. Iets wat vrij pijnlijk was en maakte dat ik mij nog ellendiger voelde, ik barstte in tranen uit. Dit trok de aandacht van één der kleuterjuffrouwen. Zij probeerde mij te troosten en vroeg wat er aan scheelde. Ik vertelde hoe ik mij onder één en ander voelde. De kleuterjuffrouw was, zoals kleuterjuffrouwen horen te zijn, tactvol aangelegd. Zij stelde voor dat ik op de slee mocht zitten, samen met een door mij uitgekozen iemand. Ik koos Roy, een toenmalig vriendje.

De dagen na dit voorval werd ik bevangen door een gevoel van spijt. Er zat een meisje op de kleuterschool waar ik verliefd op was (hoewel "verliefd" misschien een groot woord is voor een vijfjarige), zij zat in een andere groep en ik had geen enkel contact met haar. Ik vroeg mij af waarom ik haar niet uitgekozen had, zij stond vooraan, dit was mijn kans geweest. Nu, jaren later, weet ik dat het niet echt veel uitmaakt, maar toen, in die dagen vlak erna, zat het mij behoorlijk dwars.


Terug naar de Jan v/d Broek-page