8-III-'94
In de eerste klas op het Michaël hadden wij tekenles van mijnheer Vestjens, iemand die ons niet alleen wilde laten tekenen, maar ons ook van enige theoretische ondergrond wilde voorzien. Daarom begon hij elke les met een dictaat. De eerste zin van dat dictaat was:"Tekenen is spreken en schrijven tegelijk.", een zin die op het Rijksmuseum geschreven zou staan. Later begon ik te twijfelen aan die uitspraak; ik zou zeggen:"Schrijven is spreken en tekenen tegelijk.", maar anderszijds, een spreker zal mogelijk "Spreken is tekenen en schrijven tegelijk." zeggen.
In ieder geval, ik vond het een mooie opening, maar ik heb vaak genoeg om het Rijksmuseum heengelopen, omhoog kijkende, in de hoop die spreuk te vinden. Toen wij in de vijfde klas op een werkweek waren hebben wij zelfs een extra rondje gemaakt om die spreuk maar te vinden, maar ook toen troffen wij hem niet aan. Ik nam inmiddels ook aan dat de vindplaats van de spreuk op een rethorische achtergrond gebaseerd was; een uitspraak van jezelf aan een ander toeschrijven geeft die uitspraak meer zeggingskracht.
Maar toen ik afgelopen vrijdag langs het Rijksmuseum liep, daar waar het Museumplein met de Hobbemakade verbonden is, keek ik onwillekeurig omhoog, en inderdaad, daar stond het.